dinsdag, december 28, 2010

Kerst 2010 Honduras - Tela - Trujillo - Copán Ruinas



Weliswaar geen sneeuw, maar ook ongewoon frisse temperaturen hier, die al een paar weken voortduren, weinig zon en af en toe een jas aan. Kerst in Honduras.

Vergezeld van mijn Costaricaanse vrienden Laura en Carlos ben ik dit jaar naar Copán Ruinas en Tela geweest. Al was het mijn derde bezoekje aan de Maya ruines, het blijft ongelooflijk indrukwekkend. Een complex van meer dan een vierkante kilometer, omgeven door oude, hoge bomen, met steeds weer meer ontdekte figuren en opgravingen die nog steeds doorgaan. Je kunt er heerlijk ronddwalen, en daarnaast is het dorpje Copán Ruinas ook altijd gezellig. Reclame maken doe ik doorgaans niet, maar wie ooit deze kant opkomt, kan ik hotel-restaurant Via Via zonder meer aanraden: eenvoudige, goedkope kamers en een verrukkelijke menukaart. Verder van huis in Honduras kan ik vrijwel niet (Puerto Lempira ligt vlakbij de Nicaraguaanse grens, en Copán Ruinas bij de Guatemaltese), dus ik was er echt even helemaal uit.

Een andere aanrader voor reislustigen en avonturiers: de route via water en land naar ´de rest´ van Honduras vanuit de Mosquitia (Gracias a Dios). Al ken ik vrijwel de hele Mosquitia, ik was nog nooit via deze route gereisd, een paar keer overstappend per boot en uiteindelijk met een 4wheel drive over het strand (en deels overgezet met vlotten, jawel, met auto en al), kwam ik uiteindelijk aan in havenstad Trujillo. Een prachtige, 2 dagen durende tocht die goed te doen is, en met veel natuurschoon van dichtbij. Je hebt voornamelijk tijd nodig, en wat geld, want al met al kost het ongeveer evenveel (zo niet iets meer) als een vlucht van Puerto Lempira naar La Ceiba, en dan doe je het het 1,5 uur.

Trujillo is de voormalige hoofdstad van Honduras, en naar verluidt het punt waar Columbus voor het eerst voet aan de grond zette in Centraal-Amerika. Je kunt er een Spaans koloniaal fort bekijken, wat verhaalt van de bloedige geschiedenis, waar ook Nederland haar historische bijdrage aan geleverd heeft... De Hollanders stonden destijds als nummer 1 piraten bekend, en hebben in Trujillo een paar jaar na de eerste Spaanse kolonisatie de hele boel leeggeroofd en platgebrand. Uiteindelijk kwamen de Spanjaarden toch weer terug en werd Trujillo alsnog bij de rest van de Spaanse kolonie ingelijfd. Tja, ik ga hier de geschiedenislessen over de Gouden Eeuw toch in een ander perspectief zien…

Inmiddels ben ik weer thuis in Puerto Lempira, waar ik de jaarwisseling hoop door te brengen. Fijne dagen en alle goeds voor 2011!

Kerst 2010 in Honduras II





Kerst 2010 in Honduras





zondag, december 19, 2010

Cortometrajes van Puerto Lempira

Een workshop over korte films… heel veel docu´s kijken, vijf dagen lang en daarna zelf aan de slag in Puerto Lempira. Met dank aan UNICEF en de Franse Ambassade konden in oktober van dit jaar zo´n 25 jongeren deelnemen aan dit toch wel hoogtepunt voor veel vrijwilligers. Behalve een geweldige ervaring onder leiding van een Franse cineast, heeft de workshop 4 cortometrajes over Puerto Lempira opgeleverd, gefilmd en bewerkt door de jongeren. Ik heb er hier 2 ge-upload, en met name Triste Realidad (bovenstaand) vind ik erg goed gemaakt, een fictie over de invloed van werkloosheid en de drugshandel in Puerto Lempira. Hoofdrolspelers zijn de vrijwilligers zelf, waarvan een aantal eerder een theatertraining heeft gevolgd. Veel beelden spreken voor zich (hoop ik), met ondertitelen heb ik me nog niet bezig gehouden J
Omdat het uploaden niet meevalt, hier op mijn blog alleen de 2 ´toppers´, op You Tube hoop ik ze allemaal up te loaden (anjaldeboer), zoek op de volgende titels en/of Puerto Lempira:


· Triste Realidad
· Artesano con Esperanza
· Basura en Puerto Lempira
· Orfanatorio Mama Tara

Afval in Puerto Lempira

Een groepje maakte een korte documentaire over de afvalproblematiek in Puerto Lempira

zondag, november 07, 2010

Registratie

De afgelopen maand was Puerto Lempira het tonel van een grootscheepse registratiecampagne. Met hulp van UNDP zond het Registro Nacional de Personas een mobiele brigade van zo´n 25 ambtenaren uit Tegucigalpa naar de Mosquitia, waar naar schatting zo´n 15% van de bevolking geen identiteitspapieren heeft. Echt een schatting, want je komt ze bijna dagelijks tegen: mensen die geen bankrekening kunnen openen, geen contracten kunnen tekenen, en erger nog, ´legaal´ eigenlijk niet bestaan, en niet meetellen als het om verkiezingen gaat of voorzieningen per hoofd van de bevolking. Voordeel voor de burger zonder identiteit is natuurlijk dat je geen belasting betaalt, maar daar houdt het dan ook wel mee op. Met in het achterhoofd dat in sommige gebieden gezinnen gemiddeld 7 kinderen hebben, lijkt 15% een optimistische schatting.

Daar kwamen ze dan, de hoofdstedelingen, per vliegtuig naar een voor velen onbekend gebied. Gewapend met lange broeken (tegen de muggen), op sportschoenen (ze hadden gezegd dat je goede schoenen mee moest nemen), en in geuniformeerde t-shirts en petjes met het projectlogo, is het voor iedereen hier duidelijk dat ze ´uit de stad´ komen en een missie hebben. Behalve een passende outfit kwamen ook computers en registratieboeken mee, en een heleboel enthousiasme, dat moet gezegd worden. Kwamen ze in eerste instantie voor twee weken, al snel bleek dat veel te weinig tijd om ook alle ongeregistreerden te registreren. De projectcoordinator bleek flexibel en regelde een financiering voor nog twee weken, en zo werd de invasie een geintegreerd geheel in Puerto Lempira.

Een deel van de brigade deed rondes in omliggende dorpen, en een deel bleef stationair in Puerto Lempira. Dagenlang, inclusief de weekenden, registreerden ze lange rijen misquitos, die ontdekten dat er ook registratieprocedures zijn die wel werken, en dat je daar geen ´smeergeld´ voor hoeft te betalen (zoals bij het lokale registratiekantoor nogal eens gebeurt). Het invullen van formulieren, nemen van vingerafdrukken en identiteitsfoto´s is nog niet zo gemakkelijk voor een deels analfabete bevolking, voor wie het Spaans bovendien nogal eens een obstakel vormt. De coordinator vroeg of hij een aantal culturele vrijwilligers kon ´lenen´ om te helpen als tolk, schrijver of fotograaf. Ik stond versteld van de respons van de jongeren: een maand lang toonden ze zich solidair, en velen besteedden heel wat vrije uurtjes aan het helpen van hun medeburgers bij de registratieprocedures. En, zo bleek, velen hadden zelf ook nog de nodige procedures te volgen.

Net als de ambtenaren, kwamen ook de vrijwilligers met enthousiaste verhalen: ´Vandaag was er een gezin met 17 kinderen, en niemand had een carnet. Ook de opa´s en oma´s niet. We hebben ook een familiefoto gemaakt´. Kinderen die in een buitenechtelijke relatie geboren worden (en dat zijn er nogal wat) hebben het soms extra lastig, zeker als ze niet binnen een jaar na geboorte zijn aangegeven, want dan heb je twee getuigen nodig, en een doopbewijs of een papier van de lagere school om je alsnog te kunnen registreren. En de vaders staan niet altijd te springen om zo´n ´dienst´ te verlenen. Maar soms ook valt het mee: ´Anja, vandaag kwam er een jongen van 18, die vader is van vijf kinderen! Van twee vrouwen, het zijn zussen, en ze kwamen gewoon met z´n allen.´ En dan zijn er ´grensgevallen´ van vlak bij de Coco rivier, die Honduras van Nicaragua scheidt: ´hij is geboren in Honduras, en woont aan deze kant van de rivier, maar gaat naar school in Nicaragua. Kan hij zich hier nu registreren?´

Na een maand hard werken hebben we met taart en Cola op gepaste wijze afscheid genomen van de brigade. Nu maar hopen dat er vanuit Tegucigalpa druk wordt uitgeoefend om het lokale registratiekantoor beter te laten functioneren. Want anders staan er binnen een paar jaar weer lange rijen.



Registratie met hulp van vrijwilligers





zaterdag, november 06, 2010

´Ze hebben geen vader´

Habitat is een internationale organisatie die huizen helpt bouwen voor de poorest of the poor. Habitat Honduras heeft sinds kort contacten in de Mosquitia, en is bezig een pilot voor te bereiden in Puerto Lempira, en op de een of andere manier ben ik in het lokale selectiecommité beland, onder de voorwaarde dat ik wel wil meehelpen, maar niet mee beslissen, want het is nogal een verantwoordelijkheid om 15 families te selecteren die in aanmerking komen voor een gratis huis…

Dacht ik Puerto Lempira aardig te kennen, de confrontatie met onze kandidaten vind ik toch aangrijpend en ergens bizar. We bezoeken de mensen thuis en brengen een aantal gegevens in kaart over de woonsituatie, of ze grond bezitten, hoe groot de familie is en in wat voor huis ze wonen.

Ons eerste bezoekje is aan doña Yolanda, een alleenstaande moeder van 9 kinderen, in de leeftijd van 10 tot 22. ´En gisteren is mijn kleindochter geboren´, vertelt ze opgetogen. Met z´n allen wonen ze in een huisje ter grootte van een fikse woonkamer, waarbinnen een soort gordijn de keuken scheidt van het slaapvertrek van allen. Als ik vraag of de vader van haar kinderen haar ook helpt, vertelt ze dat ze getrouwd is, maar haar man al jaren geleden verdwenen is naar de stad, waar hij een andere vrouw heeft. Yolanda wil scheiden, maar dat kan niet, want hij heeft geen geld om terug te komen naar de Mosquitia om dat te regelen. Lastig detail is dat het stuk grond, wat zij in vele kleine afbetalingen heeft kunnen kopen, op zijn naam staat. Een van de comitéleden werkt bij de lokale rechtbank, en we vragen of het juridisch mogelijk is het terrein op haar naam te zetten. Dat moet wel kunnen, zeker omdat Yolanda alle bonnen van de afbetalingen op haar naam goed heeft bewaard.

Doña Hermelinda woont met man en zes kinderen, twee schoonzoons en drie kleinkinderen in een al niet veel groter huis. Niemand heeft een echte baan, maar alle volwassenen proberen hun steentje bij te dragen met kleine klusjes als vrachtsjouwer, schoonmaakster of wasvrouw.

Terwijl we nog bij Hermelinda zijn, komt Doña Marta langs. ´Er gaat geen weg naar mijn huis. En er ligt veel modder nu´. Haar blote voeten onder de spetters spreken dat niet tegen. Haar verhaal is triest, maar ze vertelt het monter: ´De regering helpt niet, en de autoriteiten ook niet. Sinds mijn dochter overleden is, zorg ik voor haar kinderen. Één is er overleden, en nu zijn er nog drie waar ik voor zorg. Wijzend naar haar borst vervolgt ze: ´de jongste had ze nog aan de borst, toen ze stierf´ (later hoor ik dat ze stierf aan de gevolgen van AIDS). En nu ben ik alleen, en ik werk hard om voor mijn kleinkinderen te zorgen. Ik was kleren, en soms maak ik vis schoon om te verkopen.´ Ik vraag of de vader van haar kleinkinderen haar helpt, en even monter als eerst antwoordt ze: ´Ze hebben geen vader´. Op mijn vragende blik licht ze toe: ´Mira, kijk, mannen komen alleen maar om je zwanger te maken, meer niet. Dan verdwijnen ze weer. Ik heb geen idée waar die vaders zijn.´ Ik laat het maar na naar de vader van haar dochter te vragen. Een collega-comité-lid vraagt of ze grond bezit, en Marta zegt overtuigend dat de grond waar haar huis op staat, van haar is. Of ze daar papieren heeft. Nee, dat niet, maar ze woont er al 20 jaar en dus is de grond van haar. Nu alleen nog het bewijsmateriaal in orde maken en Habitat kan aan de slag.

maandag, oktober 18, 2010

zaterdag, oktober 16, 2010

Tijdsverschil

Als er één ding is waar je als West-Europeaan in Latijns-Amerika aan moet wennen, is het wel het verschil in tijdsbesef. Het stereotype mañana, mañana heeft wel degelijk zijn redenen; sommige plannen blijven inderdaad altijd ´plannen´, maar veelal worden dingen gewoon op een gegeven moment, met de tijd, uitgevoerd.

Een dag in de Moskitia bestaat uit drie dagdelen: ochtend, middag en avond. De nacht wordt niet meegerekend om activiteiten te organiseren, want dan wordt iedereen geacht thuis te zijn. Vergaderingen of andere bijeenkomsten worden vaak wel gepland op een bepaald uur, maar iedereen kent la hora hondureña: genodigden komen op wat ze zelf ´Hondurese tijd´ noemen. Als iets wél heel stipt komt, kan in de planning vermeld worden: a la hora gringa!, oftwel, op Amerikaanse tijd, het uur van de klok, maar dat is een zeldzaamheid.

Wachten vind niemand leuk, ook niet de weinige deelnemers die wel vroeg komen. Niet dat er een probleem van gemaakt wordt, want de ´op tijd komers´ gaan even boodschappen doen, praten met de buren, ontwikkelen andere tijdvullende activiteiten of verdwijnen simpelweg. Eens zaten we te wachten op ´de rest´, voor een vergadering die om twee uur zou beginnen, en om kwart voor drie nog niet met de helft van de genodigden kon rekenen. Ik vroeg of ´ze´ nog zouden komen, en iemand gaf mij een inzicht in de tijdsbeleving die ik nooit zal vergeten: Het is toch nog steeds 2 uur…? Van 2:00 tot 2:59 is het twee uur. Een eyeopener die me heeft geleerd om een uur wachten niet meer zoveel te vinden. En nu snap ik ook waarom afspraken altijd op hele uren (en nooit om half of kwart over).

Je ontwikkelt vanzelf dingen die je kunt doen tijdens het wachten, en de informele contacten buiten de officiële vergadertijd zijn soms strategischer dan de vergadering zelf. Even snel vergaderen tussen 9 en 10 is lastig, je kunt er beter ´de ochtend´ voor nemen. Daarnaast is er altijd een grote variëteit aan excuses, die ook breed geaccepteerd worden: ´mijn moeder had me naar de winkel gestuurd´, ´ik was aan het wassen´, ´ik was in slaap gevallen´, ´mijn broer is ziek´, etcetera.

Goed, ik ben en blijf Nederlander, dus ik kan me enige ergernis soms niet onderdrukken. Toen ik een keer naar La Ceiba wilde vliegen, en ze me op het vliegveld vertelden dat de vlucht vertraagd was en ik nog wel even naar huis kon gaan, nam ik dat aanbod gretig aan (ook ik woon in barrio aeropuerto), en me werd geraden om 10 uur terug te komen. Rond kwart over tien stappen we allemaal in het vliegtuig, maar één stoel blijft leeg. Jerry, de grondsteward loopt de passagierslijst af en ontdekt dat doña Juana er nog niet is. ´Wacht, ik bel haar even´. Er klinkt wat gemopper, maar echt boos worden doet niemand. Ruim twintig minuten later stapt doña Juana hijgend in en we kunnen vertrekken. ´Sorry hoor! Ik was in slaap gevallen!´

zaterdag, september 11, 2010

Luchthaven Puerto Lempira

Als je naar Amsterdam vliegt, landt je op luchthaven Schiphol. Als je naar Tegucigalpa vliegt, op aeropuerto Toncontín. Vlieg je naar Puerto Lempira, dan landt je gewoon midden in Puerto Lempira. Geen luchthaven met een indrukwekkende of historische naam, gewoon een van zand en grind aangelegde landingsbaan. Naast de haven aan het meer van Caratasca, is dit Puerto Lempira´s belangrijkste toegangspoort. Vanuit Honduras bestaat er geen weg over land; vanaf de Nicaraguaanse grens gaat loopt er een dag-lange zandweg-grindweg-hobbelweg naar Puerto Lempira.

De landingsbaan is ik schat zo´n 1500 meter lang, en er zijn in de loop der jaren verwoede pogingen gedaan om er een gesloten omheining omheen te zetten. Grotendeels is dat gelukt, vooral aan het eind, en aan de voorkant is het niet nodig, want anders kom je de baan niet op en kun je dus ook niet in het vliegtuig stappen. Die 1500 meter zijn er echter een heleboel, en echt teveel om heen en weer te lopen voor de mensen die aan de andere kant van de baan wonen of gewoon ´halverwege´ willen oversteken. Want Puerto Lempira is sterk gegroeid en heeft bijna net zoveel huizen aan weerskanten van de vliegstrip, die naar verluid ooit buiten de bebouwde kom lag. Ook belangrijke instanties zoals de politie en de rechtbank liggen ´aan de overkant van de landingsbaan´, vanuit het centrum gezien. Aan beide kanten zitten er dus allemaal gaten in de omheining, de één kleiner dan de ander, maar soms zelfs groot genoeg om een pick-up door te laten. Want ja, ook verhuizen moet kunnen via de kortste weg. Aangezien de straten geen namen of nummers hebben, is de adresomschrijving barrio aeropuerto eigenlijk altijd van toepassing. Klopt altijd, of in elk geval min of meer.

Wie denkt dat hierdoor een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan gerust zijn, dat valt reuze mee. Zie je de vliegtuigen niet aankomen, dan hoor je ze toch echt wel als ze zo dichtbij zijn, en anders schudt het stof dat ze doen opwaaien je wel wakker, zo is kennelijk de redenering van de autoriteiten, want de situatie is in de bijna vier jaar dat ik hier zit, niet veranderd. Bijna elke dag landen er wel twee of drie toestellen met een capaciteit van 15-20 personen, vanuit La Ceiba of Tegucigalpa. Daarnaast zijn er nog een paar kleine lokale vliegtuigjes, die ongeveer (afhankelijk van de omvang) vijf passagiers kunnen vervoeren. Die vliegen niet op schema, maar gewoon als ze ´vol´ zijn.

De vliegtuigen uit La Ceiba of Tegucigalpa vertrekken altijd weer op dezelfde dag, want er is alleen een hangar voor de kleine vliegtuigjes. De hangar ligt helemaal aan het begin van de vliegstrip, aan de overkant van de weg. Zo kan het dus gebeuren dat je op de fiets je weg kruist met een vliegtuigje dat de straat oversteekt. Goed, dat heeft dan al zo´n vaart niet meer, en de piloot kan altijd het raampje nog open gooien om je verbaal te waarschuwen, zoals nogal eens gebeurt.

Terug naar de vliegstrip. Voor het landen en opstijgen van wordt ´ie eigenlijk alleen ´s ochtends gebruikt; afgezien van de lokale vluchten zijn middagvluchten een zeldzaamheid. ´s Morgens vóór dag en dauw, of juist in de namiddag wordt de vliegstrip gebruikt om te hardlopen, door bijvoorbeeld de militairen van het Quinto Batallón en een aantal sportievelingen uit Puerto Lempira. ´t Is een aardige afstand om je vorderingen te kunnen meten, het zand en grind en een lichte helling, afgewisseld met wat groen maken het goed loopbaar en verdwalen is onmogelijk. Jawel, ik ben sinds kort ook weer begonnen.

donderdag, september 02, 2010

´Ze haalt me van school!´

Maryurie is een van onze vrijwilligers, nog net geen vijftien wel redelijk wereld- en eigenwijs, en niet altijd even punctueel in het nakomen van afspraken. Om nog maar te zwijgen van (enigszins) op tijd komen. Een goedlachse, tikkeltje brutale, gezellige 100% puber.

Zaterdagmiddag kwam Maryurie ongerust en gehaast bij me langs. Voor ik er erg in had, was ze al naar binnen geglipt en zat ze op de bank: ´Anja, ik moet met je praten, ik heb een probleem… eehhh, kijk, het zit zo, ik heb een mobieltje gekregen van een vriend, maar ik heb tegen mijn moeder gezegd dat ik ´m van jou gekregen heb. En nu zegt mijn moeder dat ze met jou wil praten. Want ze gelooft me niet.´

Dat gebeurt veel hier, dat mensen je niet op je woord geloven. En ik heb geleerd om dat ook niet (meer) altijd te doen, want het kan je een hoop teleurstellingen opleveren. De moeder van Maryurie, net als vele andere mensen, heeft er waarschijnlijk alle reden toe om Maryurie niet te geloven, want het zal niet de eerste keer zijn, dat haar dochter, net als veel andere mensen, verhaaltjes vertelt.

Tja, daar zit je dan als enthousiaste projectcoordinator die blijft beweren voor de jongeren te gaan. Enerzijds wil ik Maryurie natuurlijk niet afvallen, maar anderzijds bevallen al die leugens (van niet alleen haar) me helemaal niet. Ik vraag haar wat het probleem is om haar moeder de waarheid te vertellen...

Nou, dat ziet Maryurie somber in. ´Echt, dat pikt ze niet hoor, en ze zegt dat als ik die mobiel echt van hem heb gekregen, ze ´m af gaat pakken en hem terug gaat geven aan hem. En dan mag ik niet meer uit, dan mag ik niet meer meedoen met de vrijwilligers enzo. En ze haalt me van school.´

Het zal je maar gezegd worden. Ouders dreigen hier soms met overdreven en onredelijke straffen, en vooral meisjes worden vaak als eerste drastisch binnen de deur gehouden als er twijfels over haar contacten zijn. En dus verzinnen die meisjes allerlei smoesjes om wel (weer) naar buiten te kunnen. Goed, de dreigemententen van Maryuries moeder lijken me wat overdreven, maar toch wil ik wel wat meer weten over die mobieltje-donerende-vriend.

´Hij komt uit La Ceiba, en hij woont vlakbij m´n zus. Hij werkt in de bouw, en als bij m´n zus ben, dan praten we af en toe. Hij is getrouwd en heeft kinderen, nee het is geen vriendje! Hij heeft me gewoon een mobieltje gegeven zodat we kunnen bellen.´ Ook dit verhaal overtuigt me niet. Maryurie had al lang een mobiel en bovendien worden er maar weinig van dergelijke dingen kado gedaan zonder bijbedoelingen, zeker niet door de mannen van hier. Helaas ken ik maar al teveel voorbeelden van slechte verhalen die een vergelijkbaar begin hadden.

Natuurlijk ga ik Maryurie niet helpen dit fantasieverhaal in stand te houden. Ik probeer haar uit te leggen, dat het sterkste wat ze kan doen is, naar haar moeder gaan en haar de waarheid vertellen, excuses vragen voor het liegen, en proberen haar vertrouwen te winnen. En als die vriend echt niks voorstelt, zeg dat er dan maar bij. Goed, je moeder hoeft echt niet alles te weten, maar kijk wel uit wat je doet en geloof niet alles wat een man tegen je zegt. Je weet hoe dat kan aflopen. Stel je grenzen en accepteer niet alles zomaar. (Oeps, ik voel me ineens een stuk ouder worden…)

zondag, augustus 29, 2010

De Oscars

In Puerto Lempira huur ik een appartamentje in een heus complex. Een lange rij van zo´n tien kleine huisjes, aan elkaar vast gebouwd, met links een apart deel met twee verdiepingen met kamerverhuur. Ervoor ligt een grote oprijlaan en een tuin met mango´s en platanen, voor de binnenplaats begint. Aan de rechterkant staat het imposante huis van de eigenaar en zijn familie, op heel hoge palen, waartussen hij in de afgelopen jaren ook kamers heeft gebouwd. De eigenaar heet Oscar. Zo heten zijn vader en zijn zoon ook. Alle drie wonen ze op hetzelfde terrein, en alle drie doen ze op hun manier iets aan het onderhoud van de appartamenten, oftewel het familiebedrijf.

Oscar de zoon is een lange, stevige jongen van veertien die, naast natuurlijk zijn middelbare schoolopleiding, volledig meedraait in het familiebedrijf. Zo doet hij boodschappen op de motor, brengt zijn moeder weg met de auto en zag ik hem zelfs onlangs met de vrachtwagen spullen halen. Als jongste van de Oscars, wordt hij steevast ´Oscarito´ genoemd, wat eigenlijk ´kleine Oscar´ betekent. Oscarito heeft een handeltje in drinkwater en butaangas: de grote 20-literflessen met gefilterd water kun je bij hem kopen, evenals de gasflessen voor je fornuis. Erg handig dat dat allemaal op eigen terrein kan.

Oscar de eigenaar is ook groot en stevig, en een echte ´don´, een respectvolle titel die verleend wordt aan vrijwel iedereen met voldoende levensjaren of status. Met zijn indrukwekkende huis- en kamerverhuur heeft Oscar de nodige status bereikt, en geniet hij dus van deze welverdiende titel. Echter, omdat ook hij ´zoon van´ is, wordt het bij hem dus ´Don Oscarito´. Oscar de patriarch, die qua lengte en postuur niet onderdoet voor zijn zoon en kleinzoon, is met recht de enige echte ´Don Oscar´.

Toen ik hier vorig jaar kwam wonen, hielpen alledrie de Oscars me verhuizen en installeren. Vond ik het eerst verwarrend om te weten wie nou eigenlijk Don Oscar was, zij vonden mijn naam erg verwarrend. Bovendien konden ze me professioneel niet echt plaatsen, en aangezien je als dokter hier steevast met ´Doctor´, en als leraar met ´Profesor´ wordt aangesproken, zochten ze naar een geschikte aanspreektitel. Nu woont er in het appartamentencomplex veel medisch en onderwijzend personeel, en kennelijk paste ik in dit plaatje.

Don Oscar trok zijn eigen conclusie en besloot me ´doctora´ te noemen. Oscarito, wiens zusje ik ooit les heb gegeven, wist wel beter, en noemde me gewoon ´profesora´. Don Oscarito hield het bij ´niña´, meisje. Ik ben blij dat dat ook nog kan.

woensdag, augustus 25, 2010

Mickey

Mickey heet eigenlijk Samuel. Maar Samuel is een van de vele Hondurezen die zijn echte naam zelden hoort, en beter bekend is bij zijn bijnaam. ´Mij noemen ze Mickey, maar ik heet eigenlijk Samuel´, zei hij toen ik hem leerde kennen, als vaste medewerker van de brandweer, de buren van ons kantoor in Puerto Lempira. ´Maar waarom noemen ze je dan Mickey?´ vroeg ik, want het kwartje viel nou niet direct. ´Ja, dat snap ik ook niet eigenlijk, ze zeggen dat het komt van een of ander fantasiefiguur met heel grote oren. Ze zeggen dat het een muis is. En ze vinden dat ik op hem lijk.´… ´Je bedoelt Mickey Mouse?´ ´Ja, precies ja, die.´

Ik kan een glimlach niet onderdrukken, want het kwartje valt nu wel, niet zozeer als ik naar zijn oren kijk, als wel naar zijn vrolijk lachende gezicht met de grote, donkere ogen. Mickey maakt geen probleem van zijn bijnaam, maar waardeert het toch wel dat ik hem Samuel noem. Op een dag vraag ik naar Minnie, en dan worden zijn ogen zo mogelijk nog groter en donkerder. ´Er is geen Minnie´, zeg hij dramatisch, maar hij laat er geen gras over groeien door meteen aan te geven dat hij eigenlijk het liefst een Hollandse Minnie wil…

Behalve dat we buren zijn, helpen de brandweermannen ons vaak een logistiek handje bij de culturele activiteiten. En zo kent ook Mickey de meesten van de culturele vrijwilligers, waaronder de coordinator, Armando, die niet al te groot van stuk is. Armando komt geregeld langs op kantoor om bij te praten of activiteiten voor te bereiden. Mickey denkt echter dat Armando helemaal niet langs komt om te plannen of te werken. ´Je zit aardig onder de plak´, zo liet hij me op een gegeven moment weten. ´Van wie? Hoe bedoel je?´ ´Nou, van die kleine, hij komt je steeds controleren. Kijk maar uit met hem.´ Mickey bleek behoorlijk serieus, want toen hij later eens vroeg of ik hem kon helpen met technisch probleem op zijn mobiel, en ik zei dat ´de kleine´ hem wel kon helpen, liet hij weten: ´Ik praat niet met die kleine.´

Fysieke kenmerken van jezelf of je familieleden kunnen je gemakkelijk een bijnaam opleveren waar je nooit meer af komt, en zo lang je niet al te blank bent, kun je er ook gerust straffeloos mee schelden: ´Denk je nou echt dat ze op jouw avances in gaat, jij lelijke zwarte?´ zo riep Ada, mijn kantoorcollega, naar Micky, toen hij weer eens kwam buurten. Het leverde een lachsalvo op waar ook Mickey aan mee deed, zonder rancune.

zondag, augustus 22, 2010

El comedor colonial

El comedor colonial, vrij vertaald ´het koloniale eethuisje´, is de plek in Puerto Lempira waar ik mijn doordeweekse lunch eet. Je eet er wat de pot schaft die dag. De naam, die in kleine, gedrukte letters op het voorgeveltje staat, was me niet direct opgevallen in mijn eerste dagen als klant van Doña Elida, maar toen iemand me eens vroeg naar waar ik altijd lunchte, kreeg ik meer oog voor herkenningspunten (zoals de naam, dacht ik).

Nu heeft in Puerto Lempira nog niemand ooit gehoord van El comedor colonial. Wel kent iedereen ´Doña Elida´, de pittige tante die de tent runt met gezag over haar personeel en liefde voor haar vaste klanten, waar ik mij inmiddels onder mag rekenen. Wat o.a. inhoudt dat ik steevast gebeld wordt als ik te lang niet kom eten (´je eet toch niet bij iemand anders?´), soms iets extra´s krijg van iets waarvan ze weet dat ik het lekker vind (of me ontziet met dingen waar ik niet zo dol op ben), kan rekenen op het bewaren van de lunch voor als ik laat ben en trotste opmerkingen als: ´ik heb je al lekker dik´. Bovendien weet iedereen dat het bij Doña Elida niet alleen goedkoop eten is, maar ook één grote uitwisseling van dorpsroddels, met de doña als sleutelfiguur in de communicatie. ´Die jongen met wie je laatst hier was, is dat je vriend?´ ´Nou, Carlos heeft Sara weer flink te pakken genomen´. ´Wil je er nog wat bonen bij?´ ´Fernando is er ook weer, ik heb hem al gezegd dat je weer terug bent´.

In het onwaarschijnlijke geval dat iemand niet weet wie ´Doña Elida´ is, volstaat de uitleg: ´het eethuisje vijftig meter beneden de middelbare school Raya Ingwaya, schuin tegenover de gevangenis´. Je weet wel. Kan niet missen. Twee tafels, waar iedereen kan aanschuiven, en een altijd wisselend aantal gammele stoelen, naast de vriezer met Coca-Cola en het gangetje naar de keuken geven het geheel een informele, familiaire sfeer. Je komt er meer aan de weet dan wanneer je de krant leest. En als de doña je mag, houdt ze bovendien je reputatie op peil.

Al is de naam ´El comedor colonial´ geen punt van herkenning, ze verontrustte mij toch enigszins toen ik ze las: het koloniale eethuisje, en dat gerund door iemand uit een ander deel van Honduras (de meeste handeltjes van enige omvang hier, zijn meestal van niet-miskitos, oftewel mensen ´uit de stad´, die hier soms al jarenlang wonen en werken). Een verkapte manier van doelgroepbepaling die ik niet door had? Het eethuisje was mij notabene aangeraden door een VN-collega, die af en toe op projectbezoek komt in Puerto Lempira, die ik al plagend ´kolonist´ begon te noemen.

Inmiddels al ruim een jaar geleden, trok ik de stoute schoenen aan en vroeg Doña Elida waarom haar eethuisje ´El comedor colonial´ heette. In eerste instantie keek ze me verbaasd aan, ´waar heb je het over´, o ja, die naam op de voorgevel, nou gewoon ´het eethuisje van de kolonie´. In Honduras wordt het woord ´kolonie´ (colonia) ook wel gebruikt voor wijk of buurt. Oftewel, vrijvertaald, het buurtcafé…

Na ruim een maand vakantie werd ik weer hartelijk ontvangen in ´El comedor colonial´ (volgend op de nodige telefoontjes toen ik nog onderweg was). Overigens heette niet alleen doña Elida me hartelijk welkom, ook de collega´s met wie ik een kantoor deel, waren blij me weer te zien, en een groepje vrijwilligers had zelfs een verrassings-welkom-feestje georganiseerd. Met een vergadering- smoes werd ik het kantoor uitgelokt en kwam in een gezellige borrel terecht. Hollandse kaas en stroopwafels vonden daarbij gretig aftrek. Een warm welkom, een goed begin voor nog een jaar als VN-vrijwilliger.

dinsdag, augustus 17, 2010

In Memoriam

Gelukkig zijn de mensen die heel dicht bij U leven,
zij zingen lofliederen voor U.
Gelukkig zijn de mensen, die Uw kracht kennen en ervaren.
Zij leven van kracht tot kracht en ontmoeten God in Sion.
Psalm 84

Dit stond op de rouwkaart van mijn lieve vriendin Gerdien Antonides, 21 juli j.l. omgekomen bij een noodlottige parachutesprong. Groter schok kon ik me nauwelijks voorstellen, zeker niet tijdens een vakantie waarin ik een heerlijk weerzien verwachtte met allen die mij na staan, en waar Gerdien meer dan deel van uit maakte. Ik kon alleen nog verbijsterd naar haar begrafenis gaan… Onwezenlijk.

Haar leven werd gekenmerkt door liefdevolle zachtmoedigheid en passie voor God en muziek.

Ons resten liefdevolle herinneringen aan beleefde momenten, gesproken woorden, gewisselde gedachten, gedeelde beleving en zoveel meer in een grotendeels gezamenlijk geschiedenis, en de troost, te weten dat Gerdien nu speelt in hemelse orkesten. Dankbaar ben ik dat ik het afscheid heb kunnen delen met anderen die haar zo lief hadden, en bovenal voor onze bijzondere, 20-jarige vriendschap, die ik koester in mijn hart.

dinsdag, juni 22, 2010

Wel en wee in Puerto Lempira

Het zijn onrustige tijden geweest, de laatste maanden, en mijn vakantie naar Nederland in juli is dan ook een heerlijk vooruitzicht!

In april en mei zijn er in Puerto Lempira een aantal drugs-gerelateerde moorden (de Moskitia is en blijft enorm populair als drugs doorvoer gebied) gepleegd, op zich niets nieuws, maar wel nieuw was dat het deze keren op klaarlichte dag midden in het centrum gebeurde. Meestal vinden dergelijke afrekeningen in de grote steden platas, maar nu was Puerto Lempira een echte ´crime-scene´, compleet met een huurmoordenaar op een voorbijrijdend scootertje… tja, zolang je je buiten het ´circuit´ houdt, is er niet zoveel reden om bang te zijn, maar de sfeer wordt er niet echt beter op. Een gewelddadige nachtelijke inval bij een beruchte dealer (door een andere dealer) was de volgende actie, en gedurende een paar weken hield iedereen z´n adem in, in afwachting van de ´tegenaanval´, maar die is tot nu toe uitgebleven. Wel ligt het uitgaansleven min of meer stil, en zijn er niet veel activiteiten ´s avonds, omdat veel mensen ´s avonds thuis blijven. Inmiddels is de situatie weer wat genormaliseerd.

Verder hadden we meer problemen dan normaal met de electriciteit. Normaal gesproken hebben we electriciteit tussen 9 uur ´s ochtends en 12 uur ´s nachts, maar dat was gedurende een paar weken erg onregelmatig, en soms maar een paar uur per dag. Met de WK in zicht is daar echter op wonderbaarlijke wijze verandering in gekomen, en nu hebben we soms zelfs 24 uur per dag electriciteit (het is hier vroeg opstaan voor de fans, want de eerste wedstrijden zijn om half zes ´s ochtends). En o wee als de electriciteit uitvalt tijdens een voetbalwedstrijd, berg je dan maar als eigenaar van het energiebedrijf, ze zijn fanatiek fan hier, al mag het voor het nationale team helaas niet echt baten.

Het al lang geleden geplande culinaire concours was wel gezellig, maar niet zo´n groot success als verwacht. Behalve de regen heb ik het vermoeden dat de WK onze grootste concurrent was, want na de vroege wedstrijden zijn er de wedstrijden om half één ´s middags, oftewel lunchtijd… anyway, de vrijwilligers vermaakten zich prima, en na afloop zijn we met z´n allen gaan zwemmen.

´k heb nog wat laatste activiteiten gepland, en ook het onderzoek voor de WHO zit in de afrondingsfase. 6 juli is de eindpresentatie, en 7 juli hoop ik naar Nederland te vliegen. Om dan eerst een paar weken vakantie te vieren in Spanje, met mijn familie… tot snel!

Culinair Concours III


in plaats van trofeeën kregen de winnaars een houtgesneden plaat, met een thematische afbeelding, gemaakt door een lokale houtsnijder.


Rebecca en Jeffry zingen een duet, en ze zijn errug goed. Beurzen voor een muziekopleiding???
Stephanie

Culinair Concours I

de zelfgemaakte gefermenteerde dranken vielen erg in de smaak...

de regen mocht de pret niet drukken

vrijwilligers op het ´podium´

Jeffry, één van onze tekentalenten


Culinair Concours I

pannetje vis... niet voor niets het winnende gerecht...mmmm

Fabiola als ceremoniemeester - publieke evenemente zijn een podium voor beginnend talent, en veel vrijwilligers profiteren om - al doende- te leren...

publiek in het park van Puerto Lempira

de inschrijftafel

een van de stands

vrijdag, juni 04, 2010

´Natuurwedstrijden´...


Goed, je kunt er je kanttekeningen bij plaatsen, maar ik was niet verantwoordelijk voor de organisatie, en bovendien was het wel erg vermakelijk: in het kader van de Week van de Natuur werden er allerlei competities georganiseerd die met ´hout´ te maken hadden: brandhout stapelen, brandhout hakken, rennen met een boomstam, ´vrouw aan de boom´ en ga zo maar door... ´mijn´ vrijwilligers (in hun t-shirts) hielpen mee, en deden ook mee aan een aantal wedstrijden. een impressie :)








Werkterrein

Vorige week was het de Week van de Natuur, en het lokale ´Staatsbosbeheer´ vroeg de Culturele Vrijwilligers een handje te helpen met een aantal activiteiten... Veel afwisseling en vooral fun!!!

leerlingen van scholen deden mee in een ´ideeënwedstrijd´ over hoe je de natuur kunt beschermen.

Winnaar (en vrijwilliger) Walter van de teken/schilderwedstrijd met natuur als thema

Maquete van een (verbeterd) schoolterrein, waar een groep leerlingen bomen gaat planten

jawel, ik zat in de jury

vrijwilligers gaven gastlessen over klimaatsveranderingen

maandag, mei 24, 2010

Laka Tabila

Er is al weer een weekend overheen gegaan, maar vorige week was ik een paar dagen in Laka Tabila, een dorp op een uurtje varen van Puerto Lempira. De laatste keer dat ik daar was, is al weer een paar jaar geleden, en het viel me op dat er steeds meer mensen weggetrokken zijn, vooral de jongeren. Het dorp is relatief dichtbij Puerto Lempira, en velen trekken naar de ´stad´ om te studeren of te werken.
informantes aan het werk



rijst sorteren