maandag, oktober 18, 2010

zaterdag, oktober 16, 2010

Tijdsverschil

Als er één ding is waar je als West-Europeaan in Latijns-Amerika aan moet wennen, is het wel het verschil in tijdsbesef. Het stereotype mañana, mañana heeft wel degelijk zijn redenen; sommige plannen blijven inderdaad altijd ´plannen´, maar veelal worden dingen gewoon op een gegeven moment, met de tijd, uitgevoerd.

Een dag in de Moskitia bestaat uit drie dagdelen: ochtend, middag en avond. De nacht wordt niet meegerekend om activiteiten te organiseren, want dan wordt iedereen geacht thuis te zijn. Vergaderingen of andere bijeenkomsten worden vaak wel gepland op een bepaald uur, maar iedereen kent la hora hondureña: genodigden komen op wat ze zelf ´Hondurese tijd´ noemen. Als iets wél heel stipt komt, kan in de planning vermeld worden: a la hora gringa!, oftwel, op Amerikaanse tijd, het uur van de klok, maar dat is een zeldzaamheid.

Wachten vind niemand leuk, ook niet de weinige deelnemers die wel vroeg komen. Niet dat er een probleem van gemaakt wordt, want de ´op tijd komers´ gaan even boodschappen doen, praten met de buren, ontwikkelen andere tijdvullende activiteiten of verdwijnen simpelweg. Eens zaten we te wachten op ´de rest´, voor een vergadering die om twee uur zou beginnen, en om kwart voor drie nog niet met de helft van de genodigden kon rekenen. Ik vroeg of ´ze´ nog zouden komen, en iemand gaf mij een inzicht in de tijdsbeleving die ik nooit zal vergeten: Het is toch nog steeds 2 uur…? Van 2:00 tot 2:59 is het twee uur. Een eyeopener die me heeft geleerd om een uur wachten niet meer zoveel te vinden. En nu snap ik ook waarom afspraken altijd op hele uren (en nooit om half of kwart over).

Je ontwikkelt vanzelf dingen die je kunt doen tijdens het wachten, en de informele contacten buiten de officiële vergadertijd zijn soms strategischer dan de vergadering zelf. Even snel vergaderen tussen 9 en 10 is lastig, je kunt er beter ´de ochtend´ voor nemen. Daarnaast is er altijd een grote variëteit aan excuses, die ook breed geaccepteerd worden: ´mijn moeder had me naar de winkel gestuurd´, ´ik was aan het wassen´, ´ik was in slaap gevallen´, ´mijn broer is ziek´, etcetera.

Goed, ik ben en blijf Nederlander, dus ik kan me enige ergernis soms niet onderdrukken. Toen ik een keer naar La Ceiba wilde vliegen, en ze me op het vliegveld vertelden dat de vlucht vertraagd was en ik nog wel even naar huis kon gaan, nam ik dat aanbod gretig aan (ook ik woon in barrio aeropuerto), en me werd geraden om 10 uur terug te komen. Rond kwart over tien stappen we allemaal in het vliegtuig, maar één stoel blijft leeg. Jerry, de grondsteward loopt de passagierslijst af en ontdekt dat doña Juana er nog niet is. ´Wacht, ik bel haar even´. Er klinkt wat gemopper, maar echt boos worden doet niemand. Ruim twintig minuten later stapt doña Juana hijgend in en we kunnen vertrekken. ´Sorry hoor! Ik was in slaap gevallen!´