maandag, januari 17, 2011

Aines

Aines is onze steun en toeverlaat in een kantoor met weinig voorzieningen. Als lid van de inheemse vrouwenorganisatie MIMAT, bij wie ik een plekje op kantoor heb, runt ze de pulpería die de vrouwen een paar jaar geleden geopend hebben naast het kantoor: ze verkoopt water, frisdrank, snoep en koekjes, chips, aspirines en meer van dat soort dingen, in altijd wisselende hoeveelheden en samenstellingen. Op verzoek zet ze koffie, en als het regent doet ze dat spontaan. Kortom, een oase voor voorbijgangers en ons kantoormensen.

Als vaste klant van Aines mag ik snoepen en drinken op krediet. Behalve die gunst verleent Aines me er nog een heleboel meer: ze houdt me op de hoogte van de (mannen) roddels (´Feliciano zegt dat je de vrouw van zijn dromen bent´, ´He hoe is het met die kleine, hoe heet hij ook weer, ik zeg altijd maar dat dat je vriend is…´ (zeker met de brandweer gepraat)), en belangrijker, ze helpt vaak in de catering tijdens activiteiten met de vrijwilligers, ook als vrijwilliger. Ik zou niet weten wat te doen zonder haar hulp, ze heeft al heel wat drinkwaterzakjes gevuld, frisdrank gekoeld, soms zelfs gekookt en materialen schoongemaakt. Bovendien heeft ze een ´wasvrouw´ voor me geregeld: een arme alleenstaande moeder die dolblij is met wat extra inkomsten voor het wassen van mijn kleren. Aines is er altijd, nog voor ik op kantoor aankom, staat zij de pulpería aan te vegen, en als ik naar huis ga, praat zij nog met de watchieman die ´s nachts de boel bewaakt. Altijd vrolijk, altijd in voor een praatje, en zonder geld te vragen voor haar gunsten.

Vlak voor oud en nieuw ging ik even bij haar buurten, ook al was er niemand op kantoor, zij bemande de pulpería als altijd, en ze was dit keer zelfs aan een grote schoonmaak bezig. ´Ik maak alles schoon, zodat ze niet kunnen zeggen dat ik een zootje heb achtergelaten.´ ´Hoe bedoel je?’ Ze zet de bezem even neer en kijkt me monter aan: ´Ik ga weg. Ik heb besloten op te stappen, per januari komt er iemand anders.´ Ik begrijp het niet en struikel over mijn eigen vragen, want ik schrik een beetje van die bericht. Het blijkt terug te voeren op een typische vertrouwenskwestie tussen de vrouwen van MIMAT: ze vertrouwen Aines niet, want de pulpería levert niet genoeg op, en Aines is degene die het geld beheert, en dus laat verdwijnen. ´Dicen que yo como´, ze zeggen dat ik het (geld) opeet. Tenminste, dat is het gevoel wat Aines heeft, en om de eer aan zichzelf te houden, besluit zij op te stappen. ´Mijn baantje gaan ze aan Lidia geven, die is heel streng´. Goed, iets kan ik er wel van begrijpen, want mijn krediet is soms zo weinig dat ik het liever zelf bereken, Aines is zonder twijfel een gezellige kletskous, en niet zo heel nauwkeurig, maar een dief lijkt me sterk.

Zonde! Zij vindt het ook jammer, maar het kan zo niet langer, als ze haar niet vertrouwen, wil ze niet langer blijven. Ik blijf af en toe buurten, om wat bij te praten en afscheid te nemen, en een beetje teleurgesteld begin ik me af te vragen hoe het met Lidia zal gaan, en of die ook zin heeft om te helpen met de vrijwilligers…

Dat ook hier het leven vol verrassingen zit, blijkt kort na oud en nieuw, als ik op kantoor aankom: ´Hey mairin painkira´, hé mooie vrouw, hoor ik een overbekende stem zeggen. De dagelijkse groet van Aines! ´Zij willen ook niet dat ik weg ga.´ Gelukkig nieuwjaar.

Geen opmerkingen: